Column: Behoud Houten
Wordt in onze belendende buurgemeente Bunnik/Brothers onder de schoonste dames van het land de “Miss-Nederland” verkiezing gehouden, in Houten doen we dat gewoon met een koe. “Miss-koe” verkiezing. Waar Houten al niet groot in is.
Niet de zwaluwen, maar: de zojuist genoemde Miss-koe verkiezingen, touwtrekkers, trekker-trekwedstrijden, kersenpitspugers, en optochten met historische tractoren luidden in ons Kromme-Rijngebied de overgang van lente naar zomer in. Het is in het bijzonder dit vermaarde weekblad dat ons daarvan met regelmaat verslag doet. De laatste twee weken konden we in woord en beeld kennis nemen van deze activiteiten. Misschien ligt het aan mijn agrarische achtergrond, maar ik zie er altijd weer naar uit. Knokige knieën, witte benen en de door oma zelfgebreide grijze geitenwollensokken, gestoken in voor de gelegenheid oranje klompen of werkschoenen met stalen neuzen en je weet wie je voor je hebt: Plattelanders en aanverwanten die voor ons voedsel zorgen in de schuur of op het land. Evenementen waar eeltige handen aan touwen trekken, een koe keuren of een pit wegspugen. Bezoekers zetten hun eerste stappen vaak richting de tap, waarna de vaak corpulente buiken tegen een hek of sta-tafel worden gevleid, om al dan niet met een rokende Ritmeester, de arbeidzame week eens door te nemen. Soms ontgaat menigeen waarvoor men kwam. Ook de teksten uit winderige geluidsboxen landen voor het overgrote deel niet. Men komt vooral voor de gezelligheid.
Houten, een dorp. Een dorp in de plooien van de Kromme Rijn met agrarische evenementen en gelardeerd met een vleugje stadsgevoel. Voortuintje, achtertuintje, doorzonwoning, groen en ruimte. Dáárvoor is menigeen op Houten afgekomen. Omdat het nog geen stad is met stadse problemen. Maar er dreigen wolken aan de horizon. Een mooi volbrachte eerste groeitaak, een tweede die net over zijn hoogtepunt heen is, of men begint al wéér (tegen eerder gemaakte afspraken in) over nóg meer woningen voor de regio. Alsof we niet beter éérst onze aandacht kunnen besteden aan het op orde brengen van onze Houtense eigenheid, (on-)bereikbaarheid, sociale samenhang en winkelcentra. Regionaal hebben we ons beste beentje voorgezet met twee regionale groeitaken. We kunnen beter de nog te bouwen woningen over een langere tijd ‘uitserveren’ en de woningen in het Castellum specifiek inzetten voor onze jongeren en ouderen. Maar vooral moeten we met het Castellum-winkelgebied de nodige vaart maken. Na de voltooide groeitaak in Houten-Zuid is het tijd voor rust en als het kan straks kleinschalig bouwen (vooral in de kleine kernen om de voorzieningen in stand te houden) voor onze kinderen. Toegegeven, het klinkt wat lokaal-nationalistisch, maar nu eindelijk eens bouwen voor onze ‘eigen’ inwoners. Die hebben dat wel verdiend. Namens de nog op te richten stichting “Behoud Houten”.