Column: Verslaafd
De couranten brachten het als groot nieuws: Onze jeugd (alleen jeugd? GvL) heeft er een verslaving bij. De telefoon/smartphone. Er is bijna geen kind meer tussen de acht en de achttien dat geen mobieltje heeft. Meer dan de helft geeft aan zelfs niet meer zonder te kunnen en verslaafd te zijn. Mocht het zo zijn dat je sinds lange tijd niet buiten geweest bent en met je ogen dicht hebt gezeten dan zou het nieuws geweest zijn, maar in een doorsnee gezin is dat allang geen nieuws meer. Verslavingen, zo weten we, brengen allerlei narigheid met zich mee. Zo ook deze.
Één van die narigheden is, zo blijkt uit cijfers van de Stichting Consument en Veiligheid, dat er door bellen, gamen, chatten of twitteren op de fiets, steeds meer éénzijdige ongevallen gebeuren. Gemiddeld belanden zo’n 14.000 kinderen per jaar bij de spoedeisende hulp. Ga in Houten maar eens op Het Rond staan. De combinatie van bellen en chatten op de fiets en het gebrek aan duiding waar je het beste kunt lopen of fietsen maakt van Het Rond en omgeving soms een wildwest. Onlangs vroeg een trouwe lezer daar nog aandacht voor. Gijs wil jij er voor zorgen dat we in Houten met z’n allen weten waar we op Het Rond mogen fietsen en lopen. Misschien dat het helpt… Geachte gemeente: bij deze.
Een ander fenomeen is dat de jeugd tegenwoordig onbereikbaar is voor de niet digitale buitenwereld. Het sms-en, pingen, whats-app-en, ja zelfs Wordfeud (digitaal scrabbelen) gaat gewoon door tijdens de maaltijd. Onbereikbaar voor anderen maar bereikbaar voor alle berichten die belanden in “trillende” broekzakken. Die moeten ook direct beantwoord worden. En vraag niet waarom. Was men maar zo snel met het afruimen van de vaat, het opruimen van de slaapkamer, het maken van huiswerk of het opbergen van gewassen slips en sokken…….
Loop een wachtruimte, een trein of een bus in: een ieder staart naar een scherm van 4 bij 4 cm. Met doppen in de oren grazen ze ondertussen een zak M&M’s of chips leeg. Een gesprek is onmogelijk.
In mijn jonge jaren verliep de communicatie nog gewoon via een bakelieten telefoon. Type draaischijf. Bij ons hing het ding in de hal. Daar stond je overigens niet voor je plezier te bellen. Het was er niet alleen koud (verwarming was er niet) bovendien hing het ding pal naast het toilet. Derhalve waren de gesprekken vrij kort. Het was meestal m’n moeder die de communicatie verzorgde. Deed daarvan mededeling tijdens de maaltijd. Deze manier van communicatie was uiterst effectief. Iedereen was tegelijkertijd op de hoogte van ieders beslommeringen. En er werd nog gezellig met elkaar de dag en de avond “doorgenomen”. Nu gaan de berichten buiten ons om. Volstrekt onbekend met wie men communiceert, waar het om gaat en waar men heen gaat. En vraag vooral niet wát men communiceert. Dan zijn de rapen gaar……….. Volstrekt privé.
En zo wordt Nederland een suf land. Een land van individuen. Men spreekt niet meer met elkaar maar stuurt alleen nog maar (digitale) teksten. We communiceren ons te pletter maar de eenzaamheid is nog nooit zo groot geweest. Gek hé?