Dit kan er beter in de zorg in Houten
Afgelopen 1 maart gingen zorgverleners, cliënten, mantelzorgers, familie van cliënten, vertegenwoordigers van politieke partijen in het Cultuurhuis met elkaar in gesprek over de gemeentelijk gefinancierde zorg. De avond werd georganiseerd door de Katholieke Ouderenbonden, stichting Gewoon anders Houten (voorheen stichting Gehandicapten Belangen Houten) en SGP-Houten.
Gemeente Houten is verantwoordelijk voor de ondersteuning van Houtenaren die niet op eigen kracht zelfredzaam zijn. De aanwezigen waren over het algemeen tevreden over de zorg die in Houten wordt verleend aan zo’n 1400 WMO cliënten. Maar niet alles gaat goed en er zijn veel aanbevelingen voor verbetering met betrekking tot de regierol in de zorg, informatievoorziening van de gemeente en benutting van informele zorg.
Wie heeft regie?
Cliënten van de WMO hebben regelmatig te maken met meerdere hulpverleners. Maar wie heeft dan de regie over de zorg? De medische zorg wordt gecoördineerd door de huisarts, maar wie coördineert de sociale kant? Het is onduidelijk wie daar nu op aanspreekbaar is. Het is hoogst onwenselijk als de coördinatie uiteindelijk terecht komt bij de mantelzorger. Mantelzorgers kunnen tijdelijk ontlast worden via zogenaamde respijtzorg, maar daar is dan weer onduidelijkheid over. De gemeente moet respijtzorg bieden maar dit was bij velen niet bekend.
Informatievoorziening moet beter
Een andere belangrijk uitkomst van de avond, was dat de informatievoorziening van de gemeente beter kan. Krijg je WMO-zorg, informeer dan goed over de voortgang van het traject. Het belang hiervan werd duidelijk door een aanwezige cliënt met een spierziekte. Na 1,5 jaar had hij nog steeds geen nieuwe aangepaste rolstoel van de gemeente ontvangen. Er was veel mis gegaan maar daar was lang niet altijd over gecommuniceerd. Nadat een klacht was ingediend werd de cliënt wel goed op de hoogte gehouden van de stappen, wat direct een heel ander gevoel gaf.
Onbekendheid met informele zorg
De koppeling van zorg aan informele zorg wordt nog niet altijd optimaal benut. Iedere cliënt is uniek in de zorgvraag en zijn of haar netwerk. De mogelijkheid van informele zorg, zoals de vraagbaken van de KBO, mensen die weg in de zorg kennen en ouderen kunnen adviseren en ook kunnen helpen bij vervoer, is lang niet altijd bekend bij mensen.