Minder sociaal leven voor de ondernemer, maar geen hogere omzet bij uitbreiding van koopzondagen
Raadslid Pascal Ooms (SGP Houten) ging daarom afgelopen tijd in gesprek met zo’n 25 zelfstandige Houtense winkeliers van allerlei soorten winkels en legde de vraag voor wat meer koopzondagen voor hen zou betekenen? Uit zijn onderzoek blijkt dat veel winkeliers niet perse tegen zondagsopening zijn, maar dat daar niet alles mee is gezegd. Een winkelier verwoordde de mening van veel zelfstandige winkeliers: “Grootwinkelbedrijven kunnen hier gemakkelijk op inspelen. Zij hebben toch een aantal uren nodig om de winkel te vullen en kunnen hier gemakkelijker mee schuiven. Met een kleine extra inzet van (goedkoop) personeel kunnen ze dus makkelijk omzet weghalen bij de kleinere ondernemers. Nu is het de keuze tussen omzet vasthouden (tegen hogere kosten en ongewenste persoonlijke belasting) of ook deze omzet weg laten vloeien (een luxe die velen zich eigenlijk niet kunnen veroorloven)”. Winkeliers zonder personeel gaven aan: “Zeven dagen per week werken houd je niet vol, daar ga je privé kapot aan”. Andere zelfstandige winkeliers willen zondag vrij zijn, omdat dit de enige dag is dat de familie bij elkaar is. Er is ook een duidelijke scheiding tussen zelfstandige ondernemers met een specifiek product, waar de klanten bij wijze van spreken voor omrijden, en ondernemers met producten waar veel concurrentie in is, zoals voedsel. De eerste categorie voelt zich veel vrijer en kiest er vaak voor om zondag niet open te gaan; de klant komt toch. Wederom opvallend is het dat bijna geen enkele zelfstandige winkelier omzetgroei verwacht. Diverse ondernemers verwachten hogere kosten.
Ooms: “In 1930 kwam de eerste winkeltijdenwet. Deze is ontstaan om een halt toe te roepen aan de scherpe concurrentie tussen buurgemeenten. Daarnaast moest het de scheve verhouding tussen winkels met personeel en winkels zonder personeel recht trekken. De hoofddoelstelling was het bevorderen van eerlijke concurrentieverhoudingen door het creëren van gelijke uitgangsposities. Hoewel de tijden veranderd zijn, vind ik dit nog steeds actueel. Met de uitbreiding van de koopzondagen vrees ik dat veel Houtense zelfstandige winkeliers het op de langere termijn niet redden. Wordt winkelen in Houten er dan gezelliger op?”
Daarnaast vindt Ooms dat met verdere verruiming van de winkeltijden een te groot offer wordt gevraagd van veel zelfstandige winkeliers: geen garantie op meer omzet, maar wel een verarming van het sociale leven van de ondernemer. Daar blijft het niet bij, ook personeel zal steeds meer op zondag moeten werken. Een deel van het personeel vindt dit nu aantrekkelijk vanwege grote toeslagen, maar ze zijn gewaarschuwd: om een redelijke winst te kunnen maken, moeten toeslagen volgens winkeliers naar beneden.
Hoewel uit eerder onderzoek bleek dat een kleine meerderheid van de bevolking tegen meer koopzondagen is, zijn diverse partijen in het College van B&W wel voor verruiming. Een deel van de Houtenaren heeft principiële bezwaren. Zelf gaat Ooms zondags naar de kerk. Ooms heeft geen behoefte aan de koopzondag: “Voor mij is shoppen geen zondagsrust”. Zijn SGP staat voor de zondag, een unieke dag waarop wij mogen rusten van ons werk, samen kunnen zijn met familieleden en ons mogen bezinnen. Twee maal per zondag staan kerken open om ons te helpen hier handen en voeten aan te geven. De SGP vindt dat ook zelfstandig winkeliers dit voorrecht moeten kunnen genieten.